3 Uien

4 Stengels bleekselderij

¼ Knolselderij(ca 150 gr)

2 Winterpenen(ca 500 gr)

3 Preistengels

2 Tomaten

6 Laurierblaadjes

6-8 Knoflooktenen

1 takje lavas (maggiplant)

Handje peterselie (inclusief stengels)

4 Kruidnagels

10 Gekneusde peperkorrels

(Keltisch)zeezout

150 Millileter droge witte wijn

2,5 Liter water

Roomboter

Optioneel: 1 spaanse peper, geeft de bouillon wat extra pit

 

Schil de groenten en snij ze in grove stukken, de prei en bleekselderij eerst goed wassen. Stoof eerst de ui samen met de knoflook aan in een klein beetje boter in een diepe soeppan. Voeg vervolgens ook de bleekselderij, prei, knolselderij, tomaat, winterpeen en evt spaanse peper toe. Laat dit alles enkele minuten stoven tot de groenten glazig zijn. Blus het geheel na enkele minuten af met de witte wijn. Doe geen deksel op de pan, maar laat de alcohol uit de wijn verdampen. Voeg zodra de alcohol uit de wijn verdampt is het water toe en vervolgens ook de peper, kruidnagels, peterselie, lavas en laurierblaadjes. Breng het geheel tot dicht bij het kookpunt, laat de bouillon nooit koken, dan kook de smaak eruit en wordt hij “blind”. Laat dit zo lang mogelijk op een zacht vuur met de deksel schuin op de pan trekken, minstens 1 uur. Hoe langer de bouillon op het vuur staat, hoe geconcentreerder de smaak wordt. Breng op smaak met zout. Als de bouillon helemaal afgekoeld is(ik laat hem een nacht staan, buiten de koelkast. Zet de warme bouillon nooit in de koeling) ga je hem zeven. Het beste kun je daarvoor gebruiken een kaasdoek of een theedoek, zodat de bouillon prachtig helder wordt. Druk met een lepel de sappen uit de groenten of knijp de doek met de groenten uit. De groenten zijn niet meer bruikbaar en kunnen dus weg. Je kunt evt. teveel gemaakte bouillon invriezen voor een volgende keer.